Repository index

Naast de sporadische expliciete verwijzingen naar de receptie van de profetie door andere profeten in een latere tijd zijn er een aantal indirecte bewijzen met betrekking tot het onderlinge verband tussen de profetische teksten. Het doel van deze bijdrage is om de aanwezigheid en functie van de traditie te onderzoeken binnen de zogenaamde volkenprofetieën; dat wil zeggen: profetieën die gaan over de vreemde volken rondom Israël. De vraag is in hoeverre de profeten zich van andere volkenprofetieën bewust waren, hoe die traditie in hun eigen boodschap een rol speelde, en hoe die traditie zich tot de nieuwe context verhoudt.

In Jer 25 we read that God condemns his people for not obeying his voice, and so he brings the king of the north to punish Israel for their disobedience. We learn that God's instrument of punishment is the king of Babylon, but in Jer 25:11 we also read that the land will be destroyed and the people, including the people of Judah, will serve the king of Babylon for 70 years. This 70 years is usually identified with the Babylonian captivity. The subject of this essay is the issue of this 70-year captivity. Several theories can be identified in the research concerning the number 70, and the main question is whether the number has a symbolic meaning or whether it is specifically meant to express a period between two dates. In order to clarify this question, I will examine Jeremiah's statements on time intervals and the related chronological problems, as well as other OT occurrences of the 70-year captivity.

Der Stele Jahves. Sammlungen von Fremdvölkersprüchen in den prophetischen Schriften des Alten Testaments. In der heutigen Prophetenforschung wurde die Frage nach der Entstehung der Prophetenbücher zentralgestellt. Vornehmliche Andacht haben dabei die kleineren Kollektionen dieser Bücher gewonnen. Die vorliegende Studie ist den theologischen und literarischen Aspekten der Sammlungen von Fremdvölkersprüchen in den Büchern der Propheten Amos, Jesaja, Jeremia, Ezechiel und Zephaniah gewidmet. Hier wurde die Frage nach dem theologischen Prinzip dieser Kollektionen gestellt, und zwar auf Kollektionsebene und auf Buchebene. Welcher Gedanke hält die verschiedenen Fremdvölkersprüche zusammen und welcher bestimmt den Platz der Kollektionen in dem Buch, in dem sie jetzt stehen? Wie weit kann man ein gemeinsames theologisches Ordnungsprinzip hinter den Sammlungen der verschiedenen Bücher aufweisen, und wie weit sind diese Kollektionen buchspezifisch?